Zie je ook wat ik zie?

Als je goed om
 je heen kijkt,
zie je dat alles
gekleurd is
(K. Schippers)

De kleurenwereld wordt alleen zichtbaar door het licht. Alleen de duisternis kan deze kleurenwereld laten verdwijnen. De kleurenzin is het zintuig waarmee je kleuren kunt ervaren. En het werkt net zoals de sterrenhemel voor de schipper die hierdoor zijn koers kan bepalen.

Alles heeft kleur: de blauwe hemel, het goudgele graan, de grijze huizenrij, de roze bloesem. We leven ondergedompeld in een kleurenbad. Kleuren hebben invloed op ons gevoelsleven. Herkennen jullie dat? Wanneer we ’s ochtends de gordijnen opentrekken en we naar een loodgrijze lucht kijken, gaan we anders de dag in, dan wanneer het zonnetje om het hoekje van het gordijn piept. Het geeft een stemming, het zet de toon. Het bepaalt de kleuren waarmee we ons kleden. We drukken ons uit in kleuren.

                                               Zie je ook wat ik zie?

                                               al die kleuren en vormen

                                               spel van licht en schaduwen

                                               donker waartegen kleuren oplichten

                                               de wereld groot en ruim

                                               maar ook klein en heel precies.

                                               mijn oog loopt langs al die vormen en kleuren:

                                               zie je ook wat ik zie?

Een kleintje dat wordt geboren is nog in zijn eigen wereld, droomt en ziet de buitenwereld nog niet echt. Zijn huid is nog dun. Hij is ontvankelijker en gevoeliger voor kleuren en hun werking dan volwassenen. Hij wordt als het ware één met die kleur. Kinderen kleuren zich innerlijk aan hun omgeving.

Kleuren worden in de antroposofie gekoppeld aan stemmingen en bewustzijn. Vlak voordat de goudgele zon opkomt zie je soms een rozerode kleur. Een mysterieuze kleur die in de antroposofie wordt verbonden met pasgeboren kleintjes, die dromend in de wereld komen en steeds wakkerder worden. Deze kleur verdiept zich en wordt karmijnrood, de kleur van rode rozen en de kleur die we ons hart geven als we het tekenen. Deze kleur wordt verbonden aan kleintjes van een half jaar, die bij ons vertedering kunnen oproepen. De kleur rood wordt nog sterker en wordt vermiljoen rood, de kleur van aardbeien en tomaten. Uit deze kleur rood spreekt kracht! Samengebalde energie die ook benauwend kan aanvoelen. Deze kleur wordt verbonden aan de peuter die IK gaat zeggen en zijn grenzen zoekt: ‘dit ben IK’!

Elk van deze kleuren heeft ook een aardekleur. De verbindingen die in de antroposofie worden gelegd vindt je ook terug in de natuur. Een bos rode rozen, die we van onze geliefde hebben gekregen verwelken en worden bruin, bijna zwart. Deze kleurstemming hoort ook bij rood.

Het is belangrijk dat kleintjes vanaf het begin van hun leven genoeg van roze en rode stemmingen ervaren. Dit zijn de kleuren, die een rustgevende warmte, gevoel van geborgenheid geven, waar ze op kunnen terugvallen. Hierbij horen ook geel en oranje.

Hierna volgen de kleuren rondom groen: lichtgroen, blauwgroen, smaragdgroen. Groen wordt verbonden met het middengebied van ons lichaam, onze adem, het kunnen ervaren van ruimte. Stel je voor dat je door een beukenbos loopt en je ineens zachte groene sluiers van jonge bladeren ziet. In de antroposofie wordt dit verbonden aan zelfbewustzijn.

Tot slot volgen de blauwe/paarse kleuren. Deze kleuren worden verbonden aan het denken: het helder, onderscheidend denken.

Komend jaar wil ik met de kinderen gaan verven en werken vanuit deze kleurenleer. En verhaaltjes vertellen waarin de seizoenen met zijn kleuren sprekend naar voren komen. Zoals beertje Olivier die een prachtig geel blad achterna loopt en een klein konijntje dat uit zijn holletje kruipt na de winter en  zich opwarmt in het lentezonnetje. Ik ga hiervoor aquarel verf op nat papier gebruiken. Zo blijven we dichtbij de kleuren waar het licht doorheen speelt, waar ze uit geboren worden.

Wat kleur doet:

Een ander aspect van kleuren is wat kleuren met kinderen doen; Welke kleur spreekt het ene kind aan en welke niet. Welke kleur ondersteunt een kind? Wat brengt een kind in beweging, is het de kleur, de beweging? Gebeurt het vanuit nabootsing dat een kind iets pakt?

Tot het negende jaar werken kleuren anders in op kinderen dan op volwassenen. Bij kinderen kun je een kleur aspect oproepen door te werken met de zogenaamde ‘tegenkleur’. Ik zal een voorbeeld geven: bij rood is de tegenkleur die het opwekt groen. Groen is rustgevend en brengt de drukke, actieve kinderen rust. En dat is precies waar ze behoefte aan hebben. Bij volwassenen werkt dit niet meer. Wij worden juist druk, actief van rood.

Een kind dat neigt naar passief kun je activeren door de tegenkleur oranje-geel in te zetten, door ze bijvoorbeeld een blauw/groene trui aan te trekken of met die kleuren te laten schilderen. Blauw en groen hebben als tegenkleur de activerende kleuren oranje en rood.